Maatwerk
opgave
prijsvraag
ontwerp
2006
in samenwerking met
islant atelier voor stedebouw

In de huidige wereldeconomie worden productieprocessen geëxporteerd naar landen waar arbeid goedkoper en regelgeving minder stringent is. Vooralsnog blijven hoogwaardige processen en bedrijvigheid (kenniseconomie) hier. Ondernemers in een binnenstedelijk bedrijventerrein als Rijnmond Nieuw Mathenesse kunnen daar lokaal op inspelen.

De prijsvraaginzending voor Werkplaats Rijnmond Nieuw Mathenesse bewijst dat de sleutel tot een gezond bedrijfsleven ligt in de combinatie van gerichte stedenbouwkundige én organisatorische condities.

Het eindresultaat bestaat uit twee strategieën:

  1. Bedrijventerreinen koppelen aan de stad.
    • de diversiteit van bebouwing en bedrijfstypen benutten door ze te koppelen aan de ruimtelijke structuur van het gebied
    • de stadsrand op de “mental map” zetten van stadsbewoners door ruimte te geven voor menging van functies zoals stedelijke activiteiten en evenementen
    • de stad en het terrein verknopen door middel van routing
    • selectief toegankelijk maken van kwaliteiten van het gebied voor omwonenden en toeristen
    • (recreatieve) routes aantrekkelijk maken voor extraverte bedrijven met representatieve architectuur
  2. Projecten en processen.
    • projecten opzetten aan de hand van thema’s en een doelgroepgerichte benadering (Maatwerk!)
    • nastreven van lokale hechting: continuïteit betekent behoud van energie
    • “startmanagement”: ondersteunen van starters op het vlak van administratie, regelgeving, milieueisen, startkredieten, “leeninventaris” en bedrijfsvervoer
    • vanuit “startmanagement” architectuur van de tijdelijkheid genereren: in-aan-op en verbouw van bestaande bedrijfsgebouwen voor introverte bedrijfsmilieus
    • Leegstaande percelen aanbieden voor tijdelijk gebruik zoals evenementen en “off the road sports”

Gezond bedrijfsleven = MAATWERK

Derde prijs voor de ideeënprijsvraag voor verbetering van bestaande bedrijventerreinen in de categorie ‘binnenstedelijk’ (Ministerie van Economische Zaken, 2006).